dubbelinterview met Stan & Julie

Stan Bielderman (12) is het jongste lid van onze vereniging en heeft aangeboren anosmie. Hij had nog nooit iemand ontmoet die ook nooit heeft kunnen ruiken. Tijd om daar verandering in te brengen! In het sfeervolle hotel Karel V in Utrecht ontmoet hij Julie Velthoven (19), die net als hij al haar hele leven niets ruikt. Onder het genot van een smaakvolle high tea vragen ze elkaar het hemd van het lijf.
door Susanne de Bruin

Ietwat onwennig nemen de twee tegen over elkaar plaats in de bistro van het hotel. Vooraf kregen ze het verzoek wat vragen op te stellen. Stan heeft zijn vragen op een klein briefje geschreven dat hij voorzichtig uit zijn broekzak tevoorschijn haalt. Julie breekt het ijs met haar eerste vraag.

Julie: ‘’Ik ben eigenlijk heel benieuwd hoe jij er achter kwam dat je niet kan ruiken?’’

Stan: ‘’Ik kan me herinneren dat klasgenootjes in groep 2 al zeiden dat de mest stonk, wanneer er een tractor voorbij reed bijvoorbeeld. ‘Het zal wel’, dacht ik dan altijd. Twee jaar geleden lunchte ik met een vriend, die zei dat de salami op zijn brood zo sterk rook. ‘’Ik ruik helemaal niks’’, reageerde ik toen. Dat vond hij vreemd, net als mijn vader die bij ons aan tafel zat. Met een blinddoek om hielden ze verschillende dingen onder mijn neus, zoals kaas en pindakaas. Maar ik herkende natuurlijk niets!’’

Julie: ‘’Wat toevallig! Bij mij is het op bijna dezelfde manier gegaan! Ik was ook tien en ik werd ook geblinddoekt! Bij mij gebeurde het tijdens een schoolopdracht. We moesten kruiden herkennen aan hun geur en ik had er niet één goed. Toen heeft de juf mijn ouders benaderd en is er onderzoek gedaan…’’

Stan: ‘’Kreeg je toen ook een mri-scan? Bij mij was daarop te zien dat ik geen reukzintuig en reukzenuwen (bulbus en tractus) heb.’’

Julie: ‘’Ja! Maar daar was bij mij niet zoveel op te zien en ook uit de andere onderzoeken en reuktesten is geen duidelijke oorzaak gekomen. Mijn zenuwen zetten simpelweg de prikkels niet om. Maar ik was op een bepaalde manier wel blij met de diagnose anosmie. Ik had al jarenlang het gevoel dat er iets aan mij niet klopte. Ik voelde me zelfs een beetje dom. Toen duidelijk werd dat ik er niets aan kon doen dat ik niet kan ruiken, was ik eigenlijk best opgelucht! Hoe was dat voor jou, toen de dokter vertelde dat je anosmie hebt?’’

Stan: ‘’Ik weet het eigenlijk niet meer precies. Ik geloof dat ik meteen begon te huilen. Ik was heel verdrietig, dat ben ik soms nog steeds. Ik voel me gewoon niet compleet doordat ik niet kan ruiken. Ik zou het zo graag wel willen kunnen. Het klinkt missschien gek maar eigenlijk hoop ik dat de wetenschap ooit iets uitvindt dat ik in mijn neus kan schuiven om toch te kunnen ruiken!’’

Julie: ‘’En als je één keer één ding zou kunnen ruiken, wat zou je dan kiezen?’’

Stan: ‘’Poep, want dat moet ontzettend stinken. Daarna ben ik dan vast blij dat ik dat niet meer ruik!’’

Julie: ‘’Haha wat slim! Ik denk dat ik het liefst mijn ouders zou ruiken, want ik zou liever mensen willen ruiken dan objecten of omgevingen. Dat lijkt me veel meer waarde hebben… En unieker! Wat is dan meer geschikt dan de mensen die mij gemaakt hebben’’

Stan: ‘’Heb jij er vaak last van dat je niet kunt ruiken?’’

Julie: ‘’Nee, niet vaak. Vooral bij mooie momenten, als ik langs de zee loop bijvoorbeeld. Of als ik hoor dat eten heel lekker ruikt! Dan zou ik wel willen ruiken, om het moment ‘voller’ te maken. En soms is het ook onhandig. Omdat ik zelf niet kan ruiken of ik nog fris ruik, douche ik elke dag en draag ik t-shirts hooguit twee keer. Heb jij ook zulke regeltjes?’’

Stan: ‘’Niet echt, ik doe eigenlijk gewoon wat mijn moeder zegt. Ze zegt het wel als mijn trui niet meer zo fris ruikt!’’

Julie: ‘’Wat eet jij het liefst?’’

Stan: ‘’Vooral heel zoute dingen, zoals chips! Op mijn ei doe ik ook altijd veel zout, ook al weet ik dat het eigenlijk niet zo gezond is… Pizza en Chinees vind ik ook heel lekker’’

Julie: ‘’Ik ook! Maar ik houd ook van heel pittige dingen, zoals sambal en peper. Ik ben gek op de aziatische keuken. En voor sushi kun je me wakker maken ’s nachts! Sinds ik weet dat ik anosmie heb, ben ik bewuster met eten bezig. Als kind was ik een slechte eter, daar mopperden mijn ouders vaak over. Toen duidelijk werd dat ik anosmie heb, voelden ze zich daar achteraf wel een beetje schuldig over…’’

Stan: ‘’Mijn moeder zei weleens dat ik gewoon verkouden was als ik zei dat ik iets niet goed kon ruiken. Daar voelde zij zich later ook schuldig over, maar dat hoeft helemaal niet. Ik kan er juist goed met haar over praten. Heb jij al vaak met mensen gepraat die ook niet kunnen ruiken?’’

Julie: ‘’Nog niet zo vaak. Kirsten (voorzitter van onze vereniging) was twee jaar geleden voor mij de eerste met wie ik ervaringen kon uitwisselen. Het was heel fijn om iemand te spreken die dezelfde dingen meemaakt, het was dus helemaal niet zo gek wat ik heb!’’

Stan: ‘’Ik heb me nooit echt gek gevoeld. Eigenlijk ben ik er het liefst zo min mogelijk mee bezig. Als ik erover praat word ik al snel verdrietig.’’

Julie: ‘’Jeetje, je zit er echt mee hè… Ik heb dat zelf nooit zo ervaren maar ik hoop ontzettend voor jou dat je het op den duur wel een plekje kunt geven.’’

Stan: ‘’Wist je dat maar één op de tienduizend mensen hiermee wordt geboren? Toen ik dat hoorde dacht ik wel ‘dan moet ik toch wel bijzonder zijn’.

Julie: ‘’Precies, het is ook best een beetje cool eigelijk. Wij zijn gewoon lekker speciaal!’’ •